Bij het inrijden van de baan kijk je eerst of de baan vrij/veilig is om erin te kunnen rijden. Als je veilig de baan in kunt rijden, rij dan de baan in en verhoog je tempo zodat andere rijders geen last van jou krijgen.

Aandachtspunt hierbij is de plaats op de baan, blijf netjes rijden aan de kant waardoor achterop komende rijders geen last van jou inrijden kunnen ondervinden.

Bij het uitrijden van de baan sorteer je netjes voor en geef je ander rijders een teken (hand omhoogsteken) dat je de baan gaat verlaten. Je gaat niet opeens van links naar rechts op de baan, maar maakt een vloeiende lijn zodat je anderen niet hindert.

HANDELINGEN BIJ MOTORPECH:

Mocht je helaas motorpech krijgen tijdens een training of wedstrijd zorg dat je dan een veilige plaats opzoekt. Dus niet achter een bult, maar netjes aan de kant en het liefst z.s.m. buiten de afzetting van de baan gaan staan.

HANDELEN BIJ EEN VALPARTIJ:

Helaas vallen we allemaal wel eens. Mocht je vallen achter een bult bij een training en staat er geen vlagger op de bult zorg dan eerst dat je jezelf in veiligheid brengt. Ga vervolgens buiten de afzetting langs de baan, aan de achterzijde van de bult omhoog. Waarschuw achterop komende rijders voor jouw valpartij. Probeer een rijder aan te houden, die dan op de bult andere rijders waarschuwt. Zo kan jij veilig je motor oppakken en wegrijden. De rijder die op de bult staat zal aangeven wanneer je veilig weg kunt rijden.

Mocht je vallen achter een bult tijdens een wedstrijd, kijk dan of de vlagger op de bult jou ziet. Als dat niet zo is waarschuw hem dan, zodat je vervolgens weer veilig je motor kunt oppakken en weg kunt rijden.

MILIEUMAT

Een milieumat hoort te allen tijde onder de motor te liggen.

VLAGTEKENS